REPORTAGE

 

Enthousiaste Van Loons zijn tuk op topkwaliteit
Gijsbert en Henk van Loon zijn niet alleen een paar enthousiaste ondernemers. Ze zijn ook nog vastberaden en grijpen alle middelen aan om hun koppel geiten zo snel mogelijk op een hoog genetisch niveau te brengen.
Het doel is duidelijk. Dieren te fokken die naast een hoge melkproductie beschikken over zeer goede gebruikseigenschappen.


Gijsbert (39) en Miep (33) met hun drie kinderen Iris (4), Merijn (2) en Fleur (4 maanden) runnen in het Brabantse Oss een bedrijf met zo’n 370 melkgeiten. Daarnaast telt het bedrijf zo’n 150 lammeren in opfok voor de vervanging van de minder productieve dieren.
Naast de geitenhouderij hebben ze momenteel zo’n 70 vleesstieren en enkele zoogkoeien.

In 1995 zijn de eerste lammeren aangekocht. Toen is begonnen met de verbouwing van de oude stallen. In datzelfde jaar nog werd er een compleet nieuwe melkstal neergezet, zodat in februari 1996 de eerste melk geleverd kon gaan worden.
Het streven is om met een beperkt aantal geiten een zo’n hoog mogelijk rendement te halen. Daar zijn zij de afgelopen zes jaren al aardig in geslaagd. Gezien het feit dat men de laatste paar jaar pas echt wat kon gaan selecteren, produceerde hun koppel het afgelopen jaar toch zo’n 940 kg melk met 4.20 procent vet en 3.32 procent eiwit in 305 dagen.
Het rantsoen bestaat uit mais, graskuil, perspulp en uiteraard brok. De ruwvoervoorziening wordt op totaal 24 hectare grond gewonnen, waarvan 10 hectare in eigendom.

Miep, die naast de werkzaamheden in het gezin over het algemeen ook nog het totale geitenmanagement van het bedrijf voor haar rekening neemt, is tevens nog voor een aantal uren in de week werkzaam in de verpleging.
Buiten het bedrijf heeft Gijsbert, alsof de tijd van elastiek is, ook nog zitting in de cooperatieraad van Amalthea. Om op die manier zijn steentje bij te dragen in de totale geitenhouderij.
 
Een slordige tien kilometer verderop in het plaatsje Vinkel, heeft broer Henk (36) met zijn vrouw Patricia (28) hun bedrijf. Een echtpaar dat dit jaar ook nog gezinsuitbreiding verwacht.
Zij melken zo’n 350 geiten. De opfok van de lammeren wordt voor een groot gedeelte verzorgd door Patricia, die in het dagelijks leven werkzaam is in de kraamverzorging.
Henk en Patricia hadden in 1994 al de stap gezet in deze bedrijfstak. In ditzelfde jaar is ook het bedrijfsgebouw aangepast en zijn ook de eerste lammeren gearriveerd. Zodat begin 1995 de eerste melk geleverd kon worden bij de cooperatie Amalthea, waar ook Gijsbert leverancier is.
De productie van hun koppel witte viervoeters lag het afgelopen jaar op zo’n 1030 kg melk met 4.20 procent vet en 3.20 procent eiwit in 305 dagen.
Ook het rantsoen op dit bedrijf bestaat uit mais, graskuil, perspulp en brok.
De geiten kunnen verder ook altijd beschikken over volop stro om de dieren zo van extra structuur te voorzien.
Ook Henk kan zijn ruwvoerrantsoen vrijwel allemaal zelf verbouwen.

In 1999 zijn beide broers in contact gekomen met geitenfokvereniging St. Anna. Direct sloten zij zich aan. Vanwege de onderlinge contacten maar vooral ook om gebruik te maken van de bedrijfsinspectie. Met dit laatste zijn ze dan ook in 2000 gestart.
De voornaamste reden om aan de inspectie mee te doen was om meer kennis op te doen over het exterieur van hun dieren. Wat is wel belangrijk en wat is minder gewichtig voor het bedrijfsmatig fokken van melkgeiten. Hoe bereik je naast je gegevens van de melkcontrole het snelst je doel om te komen tot een duurzame geitenstapel?
Het doel van de Van Loon’s was duidelijk. Via de bedrijfsinspectie de kennis op het gebied van het beoordelen van geiten uitbreiden. Gijsbert en Henk lieten dan ook de betere dieren van hun bedrijf opnemen in het hulpstamboek.

Het beviel kennelijk zo goed dat we afgelopen februari voor de tweede keer richting Oss en Vinkel zijn geweest om weer eens een kritische blik te werpen over hun dieren. Met op tijd een kop koffie en de nodige humor was het twee dagen niets anders dan geitenpraat. Het accent lag natuurlijk op het beoordelen van een goede melkgeit.
Zowel Gijsbert als Henk hebben een mooi bedrijf. Beiden beschikken over een uitstekend koppel geiten, dat gemiddeld genomen de capaciteit bezit om veel melk te produceren.
Daarnaast beschikken de dieren op beide bedrijven in de bovenste linie over uitstekende uiers en goede benen. Het was daarom ook niet verrassend dat een aantal dieren om die reden dan ook hoog werden beloond in de totale beoordeling.
Beide heren hadden een dier in het koppel dat met 88 punten opgenomen werd voor algemeen voorkomen. Het dier van Henk van Loon bleek ook nog eens zijn beste melkproducente te zijn van zijn gehele koppel.

Ik vroeg mezelf toch af waarom de mannelijke dieren niet in aanmerking komen voor de K.I. Temeer omdat beide bedrijven geheel certificaatwaardig zijn.
Het op het oog selecteren van dergelijke zeer hoge melkproducentes, gecombineerd met de uitstekende gebruikseigenschappen van dit soort dieren, zou naar mijn idee op het huidige moment nog zeker zo’n belangrijke bijdrage leveren aan een snelle genetische vooruitgang als bijvoorbeeld betrouwbaarheid. Want er zijn op dit moment nog veel te veel slechte voorbeelden op te noemen in de geitensector, waardoor we nog steeds niet in staat zijn om de echte betrouwbare gegevens te verzamelen. Wat dat betreft ligt onze sector nog ver achter op de rundveehouderij.

De Zuid-Nederlandse bond reikt ieder jaar oorkondes uit aan leden die zelf een geit of bok gefokt hebben die met 85 of meer punten opgenomen is voor algemeen voorkomen. Ook hier hebben de beide broers er ook al een aantal van in bezit.

Een ding is duidelijk: we hebben hier te maken met twee gedreven ondernemers die energie en de middelen die mogelijk zijn inzetten om het optimale resultaat te bereiken. Beiden gaan voor kwaliteit in plaats van kwantiteit.
Piet van Haperen
Geitenhouderij, juli 2002

 

WWW.WITTEGEITEN.ORG